EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R2105

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 van de Commissie van 28 september 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de vaststelling van een methode voor verslaglegging over sociale uitgaven

C/2021/8801

PB L 429 van 1.12.2021, p. 79–82 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/2105/oj

1.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 429/79


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/2105 VAN DE COMMISSIE

van 28 september 2021

tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de vaststelling van een methode voor verslaglegging over sociale uitgaven

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (1), en met name artikel 29, lid 4, punt b), en artikel 33,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Doel van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (“de faciliteit”) is doeltreffende en significante financiële steun te verstrekken om de uitvoering van duurzame hervormingen en bijbehorende overheidsinvesteringen in de lidstaten te versterken. De faciliteit is een specifiek instrument om de schadelijke sociale en economische effecten en gevolgen van de COVID-19-crisis in de Unie aan te pakken.

(2)

De faciliteit ondersteunt economisch en sociaal herstel en draagt onder andere bij tot de bestrijding van armoede en ongelijkheden en het aanpakken van werkloosheid, het scheppen van hoogwaardige en stabiele banen, een verbeterde capaciteit van de gezondheidszorg en een beter beleid voor de volgende generatie, onder meer op het gebied van onderwijs en opleiding.

(3)

De faciliteit zal met name de lidstaten ondersteunen bij het uitvoeren van maatregelen in overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten en initiatieven van de Unie op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid en sociale zaken, in het bijzonder het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten (2) en de aanbeveling over doeltreffende actieve steun voor werkgelegenheid na de COVID-19-crisis (EASE) (3), de mededeling “Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren” (4) en de aanbeveling inzake Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie (5), de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (6), de aanbeveling tot instelling van een Europese kindergarantie (7), de strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030 (8), de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (9) de Europese onderwijsruimte (10) en het actieplan voor digitaal onderwijs (11), het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 (12), het strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma (13), de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 (14), de strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers 2020-2025, (15) de mededeling “Bouwen aan een Europese gezondheidsunie (16), de farmaceutische strategie voor Europa (17), en het Europees kankerbestrijdingsplan (18).

(4)

In dit verband is het belangrijk verslag te kunnen doen over hervormingen en investeringen met een sociale dimensie die uit de faciliteit worden gefinancierd. Overeenkomstig artikel 29, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 moet de Commissie een methode vaststellen voor verslaglegging over sociale uitgaven, onder meer met betrekking tot kinderen en jongeren, in het kader van de faciliteit.

(5)

Overeenkomstig artikel 31, lid 3, punt c), van Verordening (EU) 2021/241 moet het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad gegevens bevatten over de uit de faciliteit gefinancierde uitgaven in het kader van de zes in artikel 3 bedoelde pijlers, met inbegrip van sociale uitgaven en uitgaven met betrekking tot kinderen en jongeren.

(6)

De methode moet uit twee stappen bestaan: ten eerste moet elke in het herstel- en veerkrachtplan van een lidstaat opgenomen hervorming en investering met een primaire sociale dimensie door de Commissie, zo nodig in overleg met die lidstaat, worden gelinkt aan één van de negen beleidsterreinen op sociaal gebied in het kader van de bredere sociale categorieën zoals vermeld in de bijlage; ten tweede moet, gezien de aandacht voor gendergelijkheid in Verordening (EU) 2021/241, elke maatregel van sociale aard met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren en ook voor gendergelijkheid worden geflagd met het oog op een specifieke verslaglegging over uitgaven die gericht zijn op kinderen en jongeren respectievelijk gendergelijkheid.

(7)

Aangezien de methode voor verslaglegging over sociale uitgaven operationeel moet zijn op uiterlijk 31 december 2021 en met het oog op de snelle toepassing van de in deze verordening opgenomen maatregelen moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vaststelling van de methode

1.   De methode voor verslaglegging over sociale uitgaven, onder meer met betrekking tot kinderen en jongeren en gendergelijkheid, in het kader van de faciliteit is gebaseerd op de in de goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen geraamde uitgaven en op de in de leden 2, 3 en 4 omschreven stappen.

2.   Hervormingen en investeringen met een primaire sociale dimensie worden gelinkt aan één van de negen in de bijlage vermelde beleidsterreinen op sociaal gebied. Elk beleidsterrein wordt gelinkt aan een bredere sociale categorie. Een hervorming of investering mag slechts aan één sociaal beleidsterrein worden gelinkt, en bijgevolg ook slechts aan één sociale categorie.

3.   Elke maatregel van sociale aard met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren wordt geflagd met het oog op een specifieke verslaglegging over uitgaven in het kader van de faciliteit met betrekking tot kinderen en jongeren.

4.   Elke maatregel van sociale aard met bijzondere aandacht voor gendergelijkheid wordt geflagd met het oog op een specifieke verslaglegging over uitgaven in het kader van de faciliteit met betrekking tot gendergelijkheid.

5.   De beleidsterreinen op sociaal gebied en de sociale categorieën, evenals de flags om de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde maatregelen van sociale aard met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren en voor gendergelijkheid te onderscheiden, zijn vermeld in de bijlage.

6.   De Commissie gebruikt deze methode voor het in artikel 31, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde jaarverslag om informatie te verstrekken over de uit de faciliteit gefinancierde sociale uitgaven, onder meer met betrekking tot kinderen en jongeren en gendergelijkheid.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17.

(2)  (COM/2021/102 final van 4.3.2021).

(3)  Aanbeveling van de Commissie (EU) 2021/402 van 4 maart 2021 over doeltreffende actieve steun voor werkgelegenheid na de COVID-19-crisis (PB L 80 van 8.3.2021, blz. 1).

(4)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: “Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren: een brug naar banen voor de volgende generatie” (COM (2020) 276 final van 1.7.2020).

(5)  Aanbeveling van de Raad van 30 oktober 2020 inzake “Een brug naar banen — Versterking van de jongerengarantie” en tot vervanging van de Aanbeveling van de Raad van 22 april 2013 tot invoering van een jongerengarantie (PB C 372 van 4.11.2020, blz. 1).

(6)  Aanbeveling van de Raad van 24 november 2020 inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (PB C 417 van 2.12.2020, blz. 1).

(7)  In afwachting van goedkeuring door de Raad (COM (2021) 137 final van 24.3.2021).

(8)  (COM(2021) 101 final van 3.3.2021).

(9)  (COM(2020) 274 final van 1.7.2020).

(10)  Resolutie van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) (PB C 66 van 26.2.2021, blz. 1)

(11)  (COM(2020) 624 final van 30.9.2020).

(12)  (COM(2020) 565 final van 18.9.2020).

(13)  (COM(2020) 620 final van 7.10.2020).

(14)  (COM(2020) 152 final van 5.3.2020).

(15)  (COM(2020) 698 final van 12.11.2020).

(16)  (COM(2020) 724 final van 11.11.2020).

(17)  (COM/2020) 761 final van 25.11.2020).

(18)  (COM(2021) 44 final van 3.2.2021).


BIJLAGE

Methode voor verslaglegging over sociale uitgaven, onder meer met betrekking tot kinderen en jongeren en gendergelijkheid

1.   

De Commissie wijst elke maatregel met een primaire sociale dimensie exclusief toe aan één van de volgende negen beleidsterreinen op sociaal gebied:

Negen beleidsterreinen binnen de vier belangrijkste sociale categorieën

Sociale categorie: Werkgelegenheid en vaardigheden

1.

Volwassenenonderwijs, met inbegrip van voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding; erkenning en validering van vaardigheden

2.

Ondersteuning van de werkgelegenheid en jobcreatie, met inbegrip van stimulansen voor aanwerving en verandering van baan en steun voor zelfstandigen

3.

Modernisering van arbeidsmarktinstellingen, met inbegrip van infrastructuur, arbeidsvoorzieningsdiensten, prognose van vaardigheden en arbeidsinspecties; arbeidsbescherming en -organisatie; sociale dialoog en loonvormingsmechanismen; aanpassing van werkplekken

Sociale categorie: Onderwijs en kinderopvang

4.

Onderwijs en opvang voor jonge kinderen: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit en inclusiviteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

5.

algemeen, beroeps- en hoger onderwijs: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit en inclusiviteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

Sociale categorie: Gezondheidszorg en langdurige zorg:

6.

Gezondheidszorg: veerkracht, duurzaamheid, adequaatheid, beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

7.

Langdurige zorg: veerkracht, duurzaamheid, adequaatheid, beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit, met inbegrip van digitalisering en infrastructuur

Sociale categorie: Sociaal beleid

8.

Sociale huisvesting en andere sociale infrastuctuur

9.

Sociale bescherming, met inbegrip van sociale diensten en integratie van kwetsbare groepen

2.   

Elke maatregel van sociale aard met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren wordt door de Commissie getagd met het oog op de specifieke verslaglegging over uitgaven in het kader van de faciliteit met betrekking tot kinderen en jongeren.

3.   

Elke maatregel van sociale aard met bijzondere aandacht voor gendergelijkheid wordt door de Commissie getagd met het oog op de specifieke verslaglegging over uitgaven in het kader van de faciliteit met betrekking tot gendergelijkheid.


Top